A.F.A.M. Wetzer, 6 juli 2015
In de 16de eeuw stonden op de plaats van het huidige pand twee huizen. Het pand op de hoek van de Ruischepoort werd in 1506/'7 vermeld als 'Inden | 141 |
Gulden Wildeman' waaruit we mogen afleiden dat er toen reeds twee afzonderlijke huizen. In het cijnsboek van 1520 wordt inderdaad gewag gemaakt van twee helften van een breed perceel van 38 voet (= 10,93 m). Deze maat is gelijk aan het huidige brede perceel. Het hoekhuis had volgens het cijnsboek van 1573 als cijnsplichtigen de bierbrouwer Wouter van Uden en na hem Wouter van Well, die eveneens bierbrouwer van beroep was. Deze laatste zou in 1600 ook in het bezit komen van de bierbrouwerij die gevestigd was in het pand Orthenstraat 3. In het tweede kwart van de 16de eeuw werd 'Inden Gulden Wildeman' omschreven als: 'huys, erve, hoff ende achterhuys, streckende van de gemeijne straet totten water'. In 1559 werd het gedeeltelijk gesloopt en verbouwd tot: 'een voorhuys met een achtercoken daer teynden after aen gestaen met noch een ander onderschooten camerke er aen, ledige plaetse, een schoon groot nyeuw brouhuys ende brouwerye ende onder 't voirs. voorhuys twee schoone onderschoten kelders van voore tot after | 146 |
ende onder 't voirs. brouhuys oick eenen schoonen overwulffden kelder met geplaveyde deminge'. Deze uitvoerige omschrijvingen geven een indruk van een omvangrijke 16de-eeuwse brouwerij met grote kelders. Van deze gebouwen is niets bewaard gebleven. Het pand is in 1729 samengevoegd met het linker buurpand 'De Struys'. Op een 19de-eeuwse tekening staat een deel van het huis weergegeven. Het telde twee bouwlagen en een zolder met hoge borstwering. Het pand was voorzien van een kap evenwijdig aan de voorgevel, die over beide panden doorliep. Van 'De Struys' weten we dat het in 1520 voor de helft van de perceelsbreedte van 38 voet (= 5,476 m) wordt aangeslagen. Het in 1729 met het buurpand samengevoegde huis is in 1886 gesloopt en wederom door nieuwbouw vervangen in 1922, zodat er weinig over de 16de-eeuwse situatie bekend is. Alleen in de kelder zijn de twee afzonderlijke huizen nog te onderscheiden. De oude indeling van de kelder van het hoekpand is niet meer waar te nemen. Wel kan worden afgeleid dat het hoekhuis vroeger achter het kleinere huis 'De Struis' doorliep. Aangezien de naastgelegen Ruischepoort particulier eigendom was, is het waarschijnlijk dat het bredere achterhuis niet op de zijstraat georiënteerd was. Verder naar achter op het erf bevonden zich de achterkeuken en het brouwhuis van 'Inden Gulden Wildeman'. Hier bevond zich ook het zogenoemde 'deminghuis'. In het begin van de 16de eeuw worden er in de Ruischepoort meerdere personen vermeld die aan de gemene zettingen moeten meebetalen. Onder hen waren enkele handwerkers zoals een schoenmaker, een kleermaker en een houtzager. | 147 |
IJzerpakhuis141. "De gulden Hopsack" anno 1694. Merkwaardige oude trapgevel. 't Huis was een tijd lang Joodsche Synagoge. Fragmenten van beschilderingen zijn in het gebouw nog zichtbaar.Zusterklooster. (vroeger 2 huizen)142. "De gulden Struijs" anno 1635.143. "De Brauwkuip" anno 1672. | 27 |
De ZUSTERS VAN DE CHOORSTRAAT vestigden zich in 1901 in het oorspronkelijk zestiende-eeuwse pand De Brouwkuyp naast de Ruische Poort. Het was gebouwd door bierbrouwer Wouter van Uden, de eigenaar van het belendende pand De Gulden Hopsack. De Brouwkuyp was in het begin van de achttiende eeuw samengevoegd met De Struis. Rond 1870 was in dit complex nog steeds de oorspronkelijke bierbrouwerij gevestigd. De zusters begonnen er bewaarscholen, een lagere school, een mulo-school en ook een meisjespensionaat. Ze gaven architectenbureau W. van Aalst in 1922 opdracht voor de bouw van een nieuw zusterhuis. J. van Halteren, architect bij dit bureau, ontwierp het vier verdiepingen tellende monumentale gebouw in neogotische stijl. De communiteit is 15 november 1953 opgeheven. De panden maken nu deel uit van het hoofdkantoor van F. van Lanschot Bankiers. Toen de zusters de panden betrokken hadden de gevels een pleisterlaag met getoogde T-ramen en een overstekende gootlijst onder het schilddak. Het nieuwe zusterhuis herhaalde op grotere schaal de laatgotische details van het pand De Gulden Hopsack (nummer 3). Van Halteren bouwde een breed tweelaags pand met zadeldak en hoge trapgevels. De kruisramen zijn geplaatst onder driepasbogen en de gevels zijn geleed met speklagen. Vanaf 1967 werden deze panden door de aan de Hooge Steenweg gevestigde bank van Van Lanschot aangekocht. Ze zijn na een grondige verbouwing en restauratie door gangen en loopbruggen met elkaar verbonden. De gevels tonen kleurig baksteenmetselwerk, dat wordt afgewisseld met zandstenen sierdelen en decoratief bewerkte ijzeren muurankers. | 514 |
2010 |
Jan SmitsOrthenstraat 1 : Voormalig klooster Zoete Moederin: Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant (2010) 514 |
1815 |
Inventaris Archief Familie Sopers te 's-Hertogenbosch 1606-1983Akte van schuldbekentenis voor notaris A. Bolsius te 's-Hertogenbosch aan Eymert Bouman onder hypothecair verband van een huis, erf en brouwerij "De Brouwkuip" in de Orthenstraat B3 en B4 te 's-Hertogenbosch.Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
|
1564 | Wouter van Uden |
1600 | Wouter Janz. van Wel |
19?? | Gebrs. Verhees (verf- en glashandel) |
1928 | H. de Rooij |
1970 | van Lanschot |
1865 | L.A.W. Witte Eechout (W.r.4 majoor bij het 5e regement infanterie) |
1875 | D. de Booij (firma J.A. de Booij en Zn., fabriekant van millitaire equipementstukken) |
1910 | Zustersschool |
1928 | Klooster |
1943 | J.J.M. Kockx (fröbelonderwijzeres) |
1948 | Zustersgesticht Ruische Poort (klooster en scholen Zusters Dochters van Maria en Joseph) |
1865 | J.F. de Booij (firma J.A. de Booij en Zn., borstelfabrijkant) |
1875 | wed. J.A. de Booij (firma J.A. de Booij en Zn., fabriekant van millitaire equipementstukken) |
1881 | D. de Booij (fabriek v milit. equipementst.) |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 67, 68
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) I. 144